Alleen door volkomen culturele autonomie kan het democratische Vlaanderen zijn macht in en over het culturele gebeuren in de regio bestendigen.
Alleen door volkomen culturele autonomie kan het democratische Vlaanderen zijn macht in en over het culturele gebeuren in de regio bestendigen.
Vorig najaar stelde de Vlaamse regering voor het decreet Sociaal-Cultureel Werk van 2017 te wijzigen. De oppositie in het Vlaams parlement zette daarop met een motie een alarmbelprocedure in gang. Ze verkwanselde zo een Vlaamse bevoegdheid door het beslissingsrecht bij Franstalige politici te leggen. Hoewel verschillende organen de motie en de alarmbelprocedure ongegrond verklaarden, werd het cultureel beleid in Vlaanderen ettelijke maanden lamgelegd.
We moeten dergelijke incidenten in de toekomst vermijden. Daartoe dienen onze beleidsmakers eindelijk werk te maken van een volwaardige en wettelijke culturele autonomie voor de Vlamingen. De oude eis van de culturele zelfstandigheid blijft in de praktijk actueel. We stellen namelijk vast dat het cultureel beleid in onze regio nog steeds afhangt van de goede wil van de Franstalige minderheid in dit land.
Cultureel beleid naar de wil van het volk
Een volkomen autonomie op cultureel gebied is nodig. Enkel zo kunnen Vlamingen ongehinderd een sociaal-culturele werking ontplooien die overeenstemt met de wensen en interesses van de bevolking. Die wensen zouden logischerwijs tot uiting moeten komen in het beleid van de door het volk democratisch verkozen machthebbers.
De Vlaamse regering moet zich emancipatorisch blijven opstellen.
Helaas moesten we in het najaar van 2019 vaststellen hoe makkelijk deze vanzelfsprekendheid omver valt. Het Belgische staatsapparaat liet zich toen door middel van een alarmbelprocedure van zijn slinkste kant zien. De Vlaamse regering moet zich emancipatorisch blijven opstellen. Ze moet cultuur en cultureel werk blijven stimuleren. Met name als dat zich op democratische wijze afzet tegen het Belgische staatsapparaat en het politieke, culturele en ideologische beleid dat ermee gepaard gaat.
De zolang begeerde culturele autonomie is en blijft een belangrijke verworvenheid van ons volk. Vlaanderen moet kunnen rekenen op ministers die doorheen opeenvolgende legislaturen handelen vanuit dat bewustzijn. Heel wat individuen hebben door hun vele bescheiden bijdragen de Vlaamse vrijheidsstrijd steeds nieuw leven ingeblazen. Vaak zonder dat in hun tijd te beseffen. Vandaag willen velen verder schrijven aan dat verhaal zonder gehinderd te worden door een politiek die onze kritische houding fnuikt. Ik koester alvast hoop in de recentste electorale signalen van de bevolking, die aantonen dat een groot deel van de Vlamingen deze gedachte ondersteunt.
Kansen en durven voor cultureel werk
Cultureel werk mag niet worden gereduceerd tot een geldkwestie. Dat houdt namelijk in dat enkel zelfverklaarde ruimdenkende en maatschappelijk positief ingestelde spelers zeker zijn van hun voortbestaan. Anderzijds zou men actief kunnen inzetten op de mondigheid en het zelfbewust maken van het Vlaamse volk. Daarmee zou het kabinet van de minister van Cultuur zich uitermate competent tonen.
We kunnen inderdaad de weg blijven volgen die door eerdere beleidsmakers werd vastgelegd. Het sociaal-cultureel werk zal dan echter weinig meer verwezenlijken dan een werking die geen enkele bedreiging vormt voor de status quo in dit land. De mogelijkheid om sociaal, economisch en politiek onrecht ten aanzien van de Vlamingen aan te klagen waar en wanneer het nodig is, buiten en boven elke partijpolitiek om, kent zo een roemloos einde. De federale regering — of wat ervoor moet doorgaan — en haar aanhang lachen ondertussen in hun vuistje. Dit kan en mag Vlaanderen niet toestaan.
De Vlaamse beleidvoerders beschikken over de kans om Vlamingen van alle politiek-ideologische strekkingen opnieuw een identiteitsgevoel mee te geven. Dat kan door hen op gematigde wijze aan te moedigen om rekening te houden met de historische achtergrond van hun volk. Het is dan om het even welke politieke kleur ze aanhangen en in welke mate hun voormannen al wat naar Vlaamse zelfbeschikking ruikt afblokken. Zij kunnen in relatieve autonomie de uiting van het Vlaamse identiteitsgevoel bepalen. Een significant aandeel van de ‘vaste waarden’ in het sociaal-culturele middenveld zou hier weinig moeite mee mogen hebben. Zij dragen namelijk zelf vaak een uitgesproken - zij het naar de achtergrond verdrongen - Vlaams verleden met zich mee.
Naar een nieuwe politieke cultuur
Het is niet de bedoeling met deze tekst te pleiten voor de absolute dominantie van initiatieven die zich kenmerken door een al te verregaand provincialisme. Ook een zuiver terugplooien op romantische nostalgie naar middeleeuwse slagvelden is niet aan de orde. Laat ons verleden als volk in een onrechtvaardig Belgisch systeem alle Vlamingen inspireren om dit systeem na verloop van tijd massaal de rug toe te keren.
Dit kan door middel van allerhande experimenten. Zolang die maar tegemoetkomen aan de wil van de bevolking en de beleidsmaatstaven van de democratisch verkozen machthebbers. Alleen door volkomen culturele autonomie kan het democratische Vlaanderen zijn macht in en over het culturele gebeuren in de regio bestendigen. Ik moedig alvast met volle overtuiging het kabinet van de minister aan om in 2020 te beginnen aan de uitbouw van een nieuwe politieke cultuur. Een die steunt op de onlosmakelijke pijlers van de politieke democratie en autonomie.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op de webstek van Doorbraak.be.