Lang voordat Egypte door de Arabieren werd geïslamiseerd, was het één van de bakermatten van het christendom. Volgens verhalen gebeurde de kerstening door de evangelist Marcus, wiens relieken in de koptisch-orthodoxe kathedraal in Cairo liggen.
Het lot van de christenen in Egypte
Lang voordat Egypte door de Arabieren werd geïslamiseerd, was het één van de bakermatten van het christendom. Volgens verhalen gebeurde de kerstening door de evangelist Marcus, wiens relieken in de koptisch-orthodoxe kathedraal in Cairo liggen. De koptisch-orthodoxe is de grootste, maar niet de enige Egyptische kerkgemeenschap. Wel verenigt ze bijna negen op de tien christenen in Egypte en hebben ze ook een eigen paus. De kopten in Egypte zijn helaas een vergeten groep christenen. Dit heeft verschillende redenen. Andere kerken in het Nabije Oosten hebben door de eeuwen heen een beter contact gehad met Rome dan de Koptische Kerk. Daarnaast hebben de christenen in Irak en Syrië omwille van de recente oorlogen daar meer aandacht gekregen, omdat hun situatie meer in de actualiteit kwam. Af en toe wordt er wel bij een terreuraanslag over de kopten geschreven maar vaak ook niet meer dan dat. De discriminatie die zij in de Egyptische samenleving ervaren en de grote armoede waar zij vaak in leven blijven voor velen helaas onbekend.
De schaduw van de revolutie
Op 25 januari 2011 verzamelden duizenden Egyptenaren op straat om te protesteren tegen de corruptie in het land en het repressieve regime van de toenmalige president Hosni Moebarak. Het protest ontstond in de geest van de Arabische Lente en veroorzaakte de afzetting van president Moebarak onder druk van het leger. Na de verkiezingen die daarop volgden, kwam de Moslimbroeder Mohamed Morsi aan de macht. De bestuursperiode van Morsi was een ramp voor de christelijke gemeenschappen in Egypte. Hij voerde een discriminerende wetgeving in, waardoor er bijvoorbeeld geen nieuwe kerken meer konden worden gebouwd. Ook was het zijn doel om een islamitische republiek zonder religieuze minderheden te creëren. Daarnaast zorgde de instabiliteit die door de revoluties werd veroorzaakt er ook voor dat moslimextremisten meer aanslagen tegen christenen gingen plegen.
In 2013 werd Morsi afgezet door een staatsgreep van huidig president Abdul Fatah al-Sisi. Hij installeerde een autoritair regime en snoert met geweld alle kritische stemmen de mond. Omwille van zijn harde repressie zijn er al duizenden politieke gevangenen in Egypte. Hij viseert de tegenstanders die zich tegen hem uitspreken, maar niet zoals de Moslimbroeders de religieuze minderheden van zijn land. Hierdoor zijn er Egyptische christenen die zich positief over hem uitspreken. President Sisi probeert met zijn beleid voor stabiliteit en economische ontwikkeling te zorgen. Sommige individuen en gemeenschappen kunnen zich – ondanks het gebrek aan vrijheid – daarin vinden, vooral na de voorgaande tumultueuze jaren.
De oosters-katholieke priester Rafic die ik in Caïro sprak, verwoordde het als volgt: “Voor de revolutie – toen Moebarak nog president was – waren er ook al aanslagen en problemen. Maar nadat Morsi in 2013 de macht greep, werd ons leven wel degelijk moeilijker. Zo verbood hij bijvoorbeeld de bouw en renovatie van kerken. Sektarische aanvallen tegen christenen stegen ook enorm tijdens deze periode. Nu zijn er minder aanvallen, maar we maken ons geen illusies. De individuen en bewegingen die ons viseerden zijn er nog steeds maar ze zijn nu ondergronds gegaan. Het grote verschil is dat de overheid ons nu beschermd in plaats van mensen tegen ons op te hitsen.”
Demografische explosie
Egypte zelf ervaart op dit moment een enorme bevolkingsgroei. Tegen 2050 verwacht het land meer dan 150 miljoen inwoners te tellen. Dit zal uiteraard de problemen van waterschaarste en de economische onzekerheid blijven vergroten. In Egypte is de meerderheid van de bevolking soennitisch islamitisch, maar de grootse minderheid van het land zijn dus de koptische christenen. Naast de kopten zijn er nog verschillende kleinere kerkgemeenschappen in Egypte, die samen ongeveer vijftien procent van de totale bevolking van het land uitmaken.
Priesters moedigen hun gelovigen aan zoveel mogelijk kinderen te krijgen om zo in de toekomst niet door de hoge geboortecijfers van hun moslimburen verder te worden gemarginaliseerd. Mochten ze een nog kleinere minderheid in hun land worden, vrezen ze nog harder te worden gemarginaliseerd en gediscrimineerd in de Egyptische samenleving. Deze angst komt voort uit hun geschiedenis van onderdrukking. Eeuwenlang hadden de christenen in Egypte een dhimmi-statuut. Dat betekende dat zij als niet-moslim een minderwaardige positie in de maatschappij hadden. Hedendaags worden zij nog steeds gediscrimineerd, maar dan op een andere en subtielere manier.
Egypte kent grote sociaaleconomische problemen en de moeilijke economische situatie. Stijgende levenskosten treffen alle Egyptenaren. De armoedecijfers blijven toenemen en ook al treffen deze problemen alle Egyptenaren, ze krijgen – vooral op het platteland – een sektarisch karakter doordat extremisten christenen als een zondebok gebruiken.
De angst voor terreur
Een andere bedreiging voor de christenen is dat volgens hen hun moslimburen hun geloof intenser zijn gaan beleven. Hetgeen ik uit mijn gesprekken met verschillende vertegenwoordigers van de christelijke gemeenschappen in Egypte heb kunnen afleiden, is dat samenleven tussen de twee gemeenschappen moeilijker loopt. Ook de eerste revolutie die destijds de Moslimbroeders aan de macht bracht, heeft de kloof tussen de twee geloofsgemeenschappen vergroot.
Daarnaast zijn helaas ook alle christenen in Egypte – ongeacht de kerk waartoe men behoort – het doelwit van extremistische moslims en terreuraanslagen. Het bekendste voorbeeld zijn de koptische martelaren uit Libië. In februari 2015 werden daar door IS 21 Egyptisch koptische gastarbeiders vermoord. De terreurorganisatie verspreidde nadien een video waarin ze de mannen in de typerende oranje gevangenispakken op een strand aan de Middellandse Zee leidden om hen nadien te onthoofden. De Koptische Kerk maakte nadien martelaren van hen omwille van het offer dat ze voor hun geloof brachten door zich niet tot de islam te bekeren.
Een concreet voorbeeld van de terreur die de Egyptische christenen viseert, zag ik bij de koptisch-orthodoxe kathedraal in Cairo. De Sint-Pieters-en-Pauluskerk die vlak naast de kathedraal ligt, was helaas een doelwit voor terroristen. Op 11 december 2016 kwamen hier 25 mensen om het leven, toen een man een zelfmoordaanslag pleegde in de kerk. Tijdens een koptische misviering zitten mannen en vrouwen gescheiden. Volgens toeschouwers koos de terrorist doelbewust om naar de rechterkant van de kerk te gaan. Dat hierdoor de meeste slachtoffers dus vrouwen en kinderen waren, trof de gemeenschap des te harder. In de kerk zijn de sporen van de aanslag nog duidelijk te zien. De pilaren dragen nog steeds de littekens van de explosie en achter een glazen scherm op het binnenhof zie je de restanten van bloedsporen tegen de muur. Op deze manier willen ze hun trots op de martelaren aan de hele wereld laten zien. Daarnaast willen ze ook tonen dat ze zich niet door angst uit hun kerken zullen laten verjagen.
Koptische armoede
Op het dak van de Sint-Joriskerk kijk ik uit over de vuilnisstad Ezbet-El-Nakhl. Meer dan een miljoen Egyptenaren wonen in deze vuilnisstad met daarnaast tuinduizenden anderen die in andere vuilnissteden zoals bijvoorbeeld Mokattam wonen. Ook al maken de christenen maar iets meer dan één tiende uit van de Egyptische bevolkingssamenstelling, in de vuilnissteden zoals Ezbet-El-Nakhl vormen zij de overgrote meerderheid die in armoedige omstandigheden trachten te overleven. Onder andere de Belgische zuster Emanuelle heeft vroeger met deze koptische christenen gewerkt om hun levensomstandigheden te proberen verbeteren.
Iedere ochtend trekken de mannen met hun kar naar de wijken van Cairo om het vuilnis daar op te halen en terug mee te brengen naar de werkplaatsen in de vuilnisstad. Afval met een zekere waarde, zoals PMD, glas, metalen verpakkingen, enz. proberen ze te verkopen om nadien te laten recycleren. Groenafval geven ze aan hun varkens en geiten, waarmee ze zich dan later kunnen voeden. Omwille van het harde leven dat de mensen hier lijden, speelt geloof een grote rol. De kerk vervult niet alleen een religieuze nood, maar probeert met andere diensten ook een sociale rol in de gemeenschap te spelen. Onderwijs, kinderopvang, enz. zijn allemaal zaken waar de arme bevolking hier duidelijk nood aan heeft.
De schrijnende armoede zorgt ervoor dat de meeste mensen die hier overleven een korte levensverwachting hebben. De gezinnen zijn hier groot, omdat voor hun ouders een groot gezin hebben een zekerheid is voor hun ‘oude dag’. Velen zijn tegen hun veertigste levensjaar gewoonweg ‘op’ en dan zijn het hun kinderen die voor hen moeten zorgen. Door de ongezonde levensomstandigheden is de kindersterfte groot en lijden veel mensen aan long- en infectieziekten. Vaak gebruiken ze drugs en alcohol om hun leven dragelijker te maken. Veel kinderen eten vaak dagelijks enkel een zakje chips om zich te voeden. Meer kunnen ze zich niet veroorloven. Het jammere is dat de armoede hier intergenerationeel is. De kinderen die hier worden geboren, zullen hier waarschijnlijk de rest van hun leven blijven wonen. Enerzijds omdat het systeem in Egypte hen als arme christenen zal blijven discrimineren en daarenboven liggen de economische kansen in dit land ook niet voor het grijpen.
Christelijke emigratie
Net zoals uit vele andere landen in het Midden-Oosten emigreren er veel christenen uit Egypte. Velen van hen zijn de politieke instabiliteit, de angst voor aanslagen en de moeilijke economische situatie beu en willen vaak emigreren naar het Westen. Dit vormt een groot probleem, omdat hierdoor de toekomst van de christelijke gemeenschap in het land wordt ondermijnd. Veel kerken proberen met verschillende initiatieven hun gelovigen in het land te houden. Daarnaast proberen ze ook jongeren uit de diasporagemeenschap terug naar Egypte te halen, zodat ze de kennis en de ervaring die ze in het buitenland hebben verworven kunnen gebruiken.
Maar wat zijn dan de zaken die wij kunnen doen om te helpen? De allereerste stap is bewustwording. Men moet zich bewust worden van het feit dat er in het Midden-Oosten christenen leven die met oorlog en extreme armoede worden geconfronteerd. Als je van hun moeilijke situatie op de hoogte bent, dan kan je ook helpen hun noden te ledigen en zo hun situatie verbeteren. Daarnaast kan men ook helpen door donaties te geven aan NGO’s die specifiek met christenen in de regio werken. Op deze manier kan men actief bijdragen aan de verbetering van het leven van de christenen in het Midden-Oosten. Ten slotte moeten we onze stem blijven verheffen om op te roepen voor vrede en stabiliteit in de regio.
Krikor, een priester die ik ontmoette in de Armeens-katholieke kerk in de wijk Heliopolis, verwoordde het zo: “Niet iedereen wil naar het Westen emigreren. Onze wortels, zoals de wortels van het gehele christendom – liggen hier in de regio. Velen in het Westen zijn ons, oosterse christenen, vergeten, maar voor diegenen die wel aan ons denken heb ik maar één boodschap: bid voor vrede. Want dat hebben alle mensen, maar vooral de christenen in het Midden-Oosten nodig.”
Jens De Rycke