Deze 11de november staan wij Vlaamse pacifisten weer samen aan het Vredesmonument in het gemeentepark van Kontich. Wat ons hier vandaag bijeenbrengt kan perfect in het teken staan van het vrijwel ondraaglijk leed dat ouders ervaren bij het verlies van een zoon aan het front of een kind dat omkomt in een verwoestend bombardement. Kortom allen, zowel militairen als burgerslachtoffers die om het leven komen bij gruwelijk, zinloos en vooral primitief oorlogsgeweld. Dat overkwam onze ouders of grootouders - voor sommigen onder u zelfs al uw overgrootouders - in de twee wereldoorlogen.
Deze 11de november staan wij Vlaamse pacifisten weer samen aan het Vredesmonument in het gemeentepark van Kontich. Wat ons hier vandaag bijeenbrengt kan perfect in het teken staan van het vrijwel ondraaglijk leed dat ouders ervaren bij het verlies van een zoon aan het front of een kind dat omkomt in een verwoestend bombardement. Kortom allen, zowel militairen als burgerslachtoffers die om het leven komen bij gruwelijk, zinloos en vooral primitief oorlogsgeweld. Dat overkwam onze ouders of grootouders - voor sommigen onder u zelfs al uw overgrootouders - in de twee wereldoorlogen.
Op de 10de mei 1940, 81 jaar geleden, rolde een fascistische pletswals ons land binnen en vestigde hier een brutale, niets ontziende dictatuur die pas zou eindigen op de 8ste mei van 1945.
Het Duitse militarisme was daarbij niet aan zijn proefstuk toe.
Zowat twintig jaar daarvoor viel het Duitse leger moordend en plunderend ons land binnen en ontketende hier bij ons de Eerste Wereldoorlog.
Vele kunstenaars, uit alle oorlogvoerende landen, probeerden tijdens en na die twee oorlogen in woord en beeld de gruwel daarvan te vatten. In 14/18 aan het IJzerfront maakten geallieerde en Duitse kunstenaars vlugge schetsen in de stinkende loopgraven die later schilderijen of pentekeningen werden, waarin zij hun afschuw en huiver probeerden gestalte te geven.
Om er enkele te noemen…
Bij de Duitsers, de pacifistische kunstschilder Otto Dix, aan onze kant in Veurne Joe English en in de buurt van Ieper probeerde de Brit George Scott de voortwoekerende nachtmerrie in woorden te vatten. Wat hen later niet altijd door het thuisfront in dank werd afgenomen.
Want volgens de oorlogsretoriek is het toch schoon en eervol om voor het vaderland te sterven? Dat was al sinds de Romeinen, de gangbare en heersende moraal.
In vele landen op onze planeet lijkt er zelfs tot op vandaag geen beterschap in zicht!
258216578_3185089251719050_7306174312615965325_n
Marc Vincké, de vlaggendrager en coördinator van onze VOS-afdeling, zou die ochtend de gelegenheidstoespraak houden maar werd wegens stemverlies - veroorzaakt door een zware verkoudheid - in extremis vervangen door zijn echtgenote Jeannine Serrien.
De universele oorlogsmoeder
Toen ik aan deze toespraak begon kreeg ik vrij vlug een duidelijk beeld voor ogen.
Ik wou vandaag vooral de eer bewijzen aan alle moeders van alle naar het front getrokken soldaten in de beide wereldoorlogen.
Wie kon er beter model staan voor deze universele vrouw dan de pacifistische en sociaal bewogen Duitse beeldende kunstenares Käthe Kollwitz?
Zij was één van de moeders die in oktober 1914, aan het westfront bij Diksmuide, al meteen haar zoon verloor. Peter Kollwitz was pas 18 jaar en ging zoals zovelen van zijn leeftijdgenoten, misleid en verblind door de militaristen, naar de zogenaamde ‘Frisse en Vrolijke’ oorlog.
Bij het afscheid had hij zijn moeder nog gerustgesteld:
"De officieren zeggen mij dat tegen Kerstmis de oorlog zal afgelopen zijn, wees dus niet bang. Ik ben zo weer terug."
Toen zij vernam dat haar kind in Vlaanderen was gesneuveld kwam Käthe in een zware depressie terecht. Zij achtte zich schuldig aan zijn dood! Anders dan haar echtgenoot had zij zich niet verzet toen Peter zich als vrijwilliger in het Duitse leger liet inlijven …
Totaal gebroken door de dood van haar jongste zoon, begrijpt zij na de Eerste Wereldoorlog wat haar te doen staat:
Zij schrijft in haar dagboek:
"Het is mijn plicht om het lijden van de mensheid uit te beelden, het nooit eindigende oorlogsleed dat als een berg hoog boven ons uitstijgt."
De beeldengroep ‘Het treurend ouderpaar’ op het Duitse oorlogskerkhof van Vladslo bij Diksmuide is haar creatie. Daar op de 1ste rij vanaf de begraafplaats gezien, linksvoor de beelden, ligt haar Peter begraven.
Het zal u niet verwonderen dat de nazi’s, tijdens het Interbellum, niets moesten hebben van haar naoorlogse sociaalbewogen en vredelievende kunst. Zij was voor de fascisten te onvaderlandslievend!
Käthe Kollwitz’s kleinzoon sneuvelde in WO2 aan het Oostfront.
Zij overleed in april 1945.
De 8ste mei capituleerde onvoorwaardelijk het ‘Derde Rijk’!
Het hedendaagse verenigde en democratische Duitsland, trouw lid van de Europese Unie, plaatste in 1993 een vergrote replica van de bronzen Piéta van Käthe Kollwitz, de ‘treurende moeder met kind’, in het midden van het kale neoclassicistische gebouw ‘Die Neue Wäche’ aan Unter den Linden in Berlijn. Het op een Griekse tempel lijkende gebouw, ooit een Pruisisch wachtlokaal, kreeg daarmee een nieuwe functie en werd de ‘Centrale gedenkplaats van de Bondsrepubliek Duitsland voor de slachtoffers van oorlog en tirannie’.
Met dit Duitsland, kan ik mij verzoenen!
Marc Vincké